Wie aan Zeeland denkt, denkt zeker wel aan mosselen en oesters, misschien ook aan bolussen en babbelaars. Maar de Zeeuwse provincie biedt in de agro- en foodsector veel meer dan alleen deze producten. Zeeland is de grootste akkerbouwprovincie van Nederland. De Zeeuwse uien vormen 10 procent van de landelijke uienproductie. Naast uien worden er voornamelijk ook aardappelen, peulvruchten, suikerbieten, tarwe, graan en vlas geteeld. In Zeeland is 15 procent van de werkgelegenheid te vinden in de agro- en foodsector, wat te danken is aan het hoge aantal landbouwbedrijven in deze regio.
De agrarische sector is van oudsher belangrijk voor Zeeland. Aardappels en uien worden tot half- of eindproducten verwerkt en naar het buitenland geëxporteerd. Zeeland heeft per oppervlakte met meer dan 4000 hectare boomgaarden de meeste fruitteelt van Nederland. Appels, (Conference) peren, pruimen en kersen doen het goed op de Zeeuwse bodem. Verder worden heel wat zwarte bessen geteeld in Zeeland. 75 procent van de Nederlandse zwarte bessen wordt in de gemeente Borsele verbouwd. De Zeeuwse klei en de zon zorgen ervoor dat de bes lekker zoet is, want Zeeland heeft de meeste zonuren van alle Nederlandse provincies. Ook het van oorsprong Zwitserse bedrijf Hero, onder meer bekend vanwege haar jam en frisdranken, gebruikt de Zeeuwse zwarte bessen al sinds 1938 voor de cassis. De zwarte bessen worden vaak ook het ‘Zeeuwse goud’ genoemd.
Van het ‘Zeeuwse goud’ naar het ‘zwarte goud’: Mosselen zijn in de loop van de jaren steeds populairder geworden. Economisch gezien zijn mosselen de belangrijkste schelpdieren voor Nederland. Jaarlijks wordt in Europa ongeveer 500 miljoen kilo mosselen geproduceerd, waarvan circa 50 miljoen kilo in Nederland, met name in de kweekgebieden van de Oosterschelde en de Waddenzee. Het grootste deel wordt geëxporteerd naar België en Frankrijk. Zo’n 10 miljoen kilo mosselen (Zeeuws: mossels) blijft voor de consumptie in Nederland.
Het vissen van mosselen gebeurt al ruim 150 jaar in de Nederlandse kustwateren. In de Nederlandse mosselvisserij wordt met name gebruik gemaakt van de bodemcultuur. Dit is niet alleen een van de goedkoopste manieren om mosselen te kweken maar ook natuurlijke omstandigheden, zoals het ondiepe water, zijn gunstig voor de bodemcultuur. Een andere teeltmethode is de hangcultuur. Mosselzaad wordt in lange en kousvormige netten gestopt die aan drijvende constructies hangen. In deze netten wordt het mosselzaad tot consumptiemossels gekweekt. Het voordeel van deze cultuur is het feit dat de mosselen niet in aanraking komen met de zeebodem. Zo komen er minder zand en slibdeeltjes in de mosselen terecht en zijn ze voor zeebodemroofdieren als zeesterren en krabben niet te grijpen. Deze mosselen groeien ook iets sneller. Het nadeel is dat het kweken van hangmosselculturen wel arbeidsintensiever is dan de bodemcultuur en daardoor ook duurder.
Zeeland is sowieso een paradijs voor liefhebbers van schaal- en schelpdieren. Schaaldieren zijn gelede dieren omringd door een meer of minder harde schaal. Voorbeelden zijn krabben, scampi’s, garnalen en de Oosterscheldekreeft. Door de unieke ligging van de Oosterschelde is deze unieke kreeftvariant gaan leven. Bij schelpdieren kun je denken aan mosselen, oesters, Sint-Jakobsschelpen en kokkels. Tot de vissen, die in de Zeeuwse wateren worden gevangen, tellen onder meer de kabeljauw, wijting, zeebaars, makreel, haring, sardien en de platvissen tong, bot en schol.
De foodsector is dus een van de dragende sectoren in de provincie Zeeland. Met ‘food’ wordt de hele keten van uitgangsmaterialen, primaire productie, verwerking, handel en verkoop aan consumenten bedoeld. Zeeland is daarbij uniek door primaire productie op het land én in het water. De Zeeuwse foodsector staat voor de grote uitdaging om te versterken en te vernieuwen om aantrekkelijk te blijven. Een bijdrage leveren aan duurzaamheid en gezondheid is daarbij net zo belangrijk als digitaliseren, bewustwording en individualisering.
Het is in Zeeland steeds duidelijker geworden dat in een globaliserende markt de uitdagingen het beste aangepakt kunnen worden door regionale samenwerking en clustering, en dat niet alleen binnen de keten van het bedrijfsleven maar ook samen met kennisinstellingen en overheden/NGO’s. Deze zogenaamde ‘triple helix’ samenwerking en clustering voor Zeeland wordt opgebouwd en uitgebreid in het kennis- en innovatienetwerk FoodDelta Zeeland. Dit netwerk – het Zeeuwse foodcluster – kan hiermee de benodigde versterking en vernieuwing realiseren.
Het kennis- en innovatienetwerk FoodDelta Zeeland werkt dus aan de clustering van bedrijven, onderwijs en onderzoek, overheden en maatschappelijke organisaties. Er worden mogelijkheden voor samenhang en synergie gezocht. Versnippering wordt tegen gegaan. Het resultaat hiervan is de start van nieuwe projecten en initiatieven die een bijdrage leveren aan het vergroten van de aantrekkingskracht van het Zeeuwse foodcluster.
Het samenwerkingsverband FoodDelta Zeeland bestaat onder andere uit deelnemers en strategische partners. Deelnemers zijn kleine ondernemingen die actief zijn in de foodsector in Zeeland. De foodsector omvat de gehele voedselproducerende keten van uitgangsmaterialen tot en met de horeca. Bij strategische partners kun je denken aan toonaangevende bedrijven, kennisinstellingen en overheden die actief zijn in de foodsector in Zeeland.
Het ‘Zeeuwse goud’, het ‘zwarte goud’ maar ook vele andere groentes, fruit en schaal- en schelpdieren uit Zeeland worden volop over de landsgrenzen geconsumeerd. Wie voor de internationale handel hulp van een vertaalbureau goed kan gebruiken, is bij AgroLingua aan het juiste adres. Professionele vertalers met een expertise in de agro-food sector kennen alle processen van boer tot bord en van water tot winkel en ze zorgen ervoor dat uw teksten niet alleen de juiste terminologie bevatten maar ook de culturele verschillen tussen de verschillende landen. Heeft u ook behoefte aan uitstekende vertalingen? Neem dan vandaag nog contact met ons op. Wij gaan graag voor u aan de slag!
Terug naar blogs